Modeontwerper Igor Dieryck: "Een prijs is een springplank voor jonge ontwerpers"
Modeontwerper
Igor Dieryck:
"Een prijs is een springplank
voor jonge ontwerpers"

Igor Dieryck was nog maar pas afgestudeerd toen hij op het Festival in Hyères in de prijzen viel. Kort nadien volgden de Belgian Fashion Awards. We vroegen de gevierde ontwerper naar zijn dromen, ervaringen en de impact van zulke prijzen.
14 november 2025
6 minuten leestijd

“Het is een beetje een clichéverhaal”, lacht Belgisch ontwerper Igor Dieryck (26) bij zijn vroegste herinnering aan mode. “Weet je, ik ben de jongste van het gezin en had dus best veel vrijheid. Om mateloos veel televisie te kijken, bijvoorbeeld.” Dieryck was een prille tiener in het tijdperk waarin Lady Gaga haar eerste videoclips op de wereld losliet. “Die clips waren heel fashion forward en hebben een grote invloed op mij gehad. Want verder kom ik niet uit een artistiek milieu”, vertelt hij aan de telefoon.
Het is een opmerkelijke ontboezeming voor een talent van zijn kaliber. Want sinds hij drie jaar geleden afzwaaide aan de Antwerpse Modeacademie, legde Dieryck een indrukwekkend parcours af. In 2023 won hij de Belgian Fashion Award voor ‘Emerging Talent of the Year’. Eerder dat jaar viel de ontwerper twee keer in de prijzen op het Festival van Hyères. “Dat was echt een zotte periode”, blikt Dieryck terug. “In mode is je netwerk alles. Enerzijds levert zo’n award veel publieke erkenning op, maar anderzijds leer je ook gewoon veel mensen kennen uit de sector, die je kunnen helpen in je loopbaan.”
Tegelijk hebben prestigieuze prijzen ook een invloed op je eigen creatieve proces, ondervond Dieryck. “Dankzij Hyères kon ik ineens samenwerken met het atelier van Chanel. Ik kwam in contact met winkels als Dover Street Market, die plots mijn schoenen wilden verkopen. Intussen is die grote storm wel gaan liggen. Maar al bij al waren het indrukwekkende ervaringen voor een pas afgestudeerde ontwerper. Op die manier is zo’n prijs wel een springplank voor een jonge ontwerper.”
Anderzijds roept het de vraag op hoeveel druk al die aandacht met zich meebrengt. Want in een sector waar de strijd om relevantie nooit gestreden is, lonkt een gevaarlijke druk om al die nieuwe kansen meteen te verzilveren. “In zekere zin herken ik dat wel”, zegt Dieryck. “Iedereen wil een stukje van je, als je in de kijker loopt. Journalisten vroegen me ook voortdurend of ik een eigen merk zou beginnen, dus dan denk je daar wel even over na. Achteraf bekeken ben ik heel blij dat ik dat niet heb gedaan”, bedenkt hij zich.
“Pas op, ik ben dankbaar voor de mooie kansen die ik tot nu toe al heb gekregen. Ik heb trouwens ook tonnen respect voor bevriende collega’s die meteen voor zichzelf begonnen zijn. Maar diep van binnen wist ik toen ook al heel goed dat ik nog elders ervaring wilde opdoen.”
Na zijn studies liep Dieryck twee maanden stage bij Meryll Rogge. Vandaaruit ging het naar Acne Studios, waar hij een half jaar aan de showstukken werkte. “Daar was de vibe iets internationaler en tegelijk nog heel artistiek. De nadruk lag er meer op het showaspect, omdat we stukken maakten die niet in de winkel zouden liggen”, licht Dieryck toe. “Er was dus veel ruimte voor experiment. En precies daarom was Acne een fijne overgang tussen de Modeacademie en de meer ernstige huizen.”
‘Ernstig’, omdat ze teruggaan op een lange geschiedenis die vaak ergens in de 19de eeuw begon. Luxehuizen met een traditie, gestoeld op compromisloos vakmanschap. Zoals Hermès bijvoorbeeld. Dieryck was nauwelijks 23 toen hij zijn “eerste echte job” kreeg in dat Franse lederwarenhuis. Veel jonge ontwerpers dromen van een rol bij een huis met zo’n ronkende naam. Tegelijk komt die onkreukbare reputatie ook met een strak kader van vormelijke codes en een esthetisch vocabulaire. “Voor mij was dat een ongelooflijke leerschool”, zegt Dieryck. “Met Véronique Nichanian heeft Hermès 35 jaar dezelfde creative director gehad. Vergeleken met andere huizen ben ik daar dus in een heel stabiel team terechtgekomen met zeer ervaren vakmensen. Wat ze daar afleveren qua afwerking is van zo’n hoog niveau dat dat mijn kwaliteitsstandaard is geworden als ik nu ontwerp”, vertelt de jonge ontwerper. “We werden er altijd gepusht om alles tot in de kleinste details netjes af te werken.”

Een evidentie toch? Niet dus. Omwille van geld, tijdsdruk en overconsumptie is de focus in heel wat huizen verschoven naar oppervlaktewerk. Niets van dat alles bij Hermès, weet Dieryck. “Daar vonden ze de binnenkant van een kledingstuk net zo belangrijk als de buitenkant. En dan heb ik het niet alleen over, pakweg, de voering, maar ook over wat er tussen een voering en een buitenlaag zit. Bij Hermès waren stukken langs alle kanten indrukwekkend. Die filosofie heeft mijn werkethiek heel sterk beïnvloed.”
Sinds mei maakt Dieryck deel uit van het designteam bij Dior, onder kersvers creative director Jonathan Anderson. “Ook dat vind ik interessant op een andere manier. Want er moet bij Dior een nieuwe taal ontwikkeld worden voor de komende jaren. Natuurlijk is dat een uitdaging, maar omdat ik er vanaf het begin bij kan zijn, voelt het ook heel opwindend om deel te zijn van dit nieuwe verhaal.”
Bovendien is Dieryck, met flink wat bagage op zak, de beginnersstatus ontgroeid, zo zegt hij zelf. “Ik ben veel meer zelfzeker dan enkele jaren geleden en voel dat ik meer creatieve uitdagingen aankan. Vandaar dat ik de overstap naar Dior durfde maken, toen de vraag kwam.”
En zo is de uitgeweken Aarlenaar een van de talloze Belgen die achter de coulissen het mooie weer maken bij Parijse modehuizen. Wat maakt onze landgenoten zo geliefd in het modelandschap? “Belgen hebben altijd een goede reputatie gehad in de mode. De rol van onze academies is daarin niet te onderschatten. Daarnaast denk ik dat we een bijzondere drive hebben om dingen te creëren op onze eigen voorwaarden”, vertelt Dieryck.
Het is een gekende lofzang: Belgische ontwerpers varen compromisloos hun eigen koers en weten toch menig hart te veroveren. “Je ziet het ook op modeweken: Belgische ontwerpers zijn altijd een beetje eigenwijs. Wat we maken is vernieuwend, draagbaar en toch niet louter commercieel. Neem nu Marie Adam-Leenaerdt of Julie Kegels: zij maken echt uniek werk, blijven trouw aan hun eigen visie en slagen er toch in om almaar groter te worden. Nu, grote creative directors zoals Anthony Vaccarello (Saint Laurent), Pieter Mulier (Alaïa) en Matthieu Blazy (Chanel) tonen dan weer dat je commerciëler werk alsnog relevant kan zijn.”
Of Dieryck zelf ooit in dat rijtje hoopt aan te sluiten? “Tgoh ... (aarzelend) misschien. Al bestaat de kans wel dat ik ooit terugkeer naar België.” Om een eigen merk te lanceren? “Dat zou kunnen, ja, maar alleen als ik het gevoel heb dat ik er echt klaar voor ben. Er wordt al zo veel gemaakt. Als ik ooit op mezelf begin, dan wil ik echt uiterst kwaliteitsvolle collecties op de markt brengen. Maar alles op z’n tijd. Er is geen haast bij.”
Op dinsdag 18 november 2025 werden in de Antwerpse Bourla de Belgian Fashion Awards Edition 25 uitgereikt. De winnaars waren:
- Designer of the Year: Julian Klausner
- Accessory Designer of the Year: Mats Rombaut
- Model of the Year: Hanne Gaby Odiele
- Creative Professional of the Year: Sonja Noël
- Changemaker of the Year: Masjien
- Company of the Year: Arte Antwerp
- Most Promising Graduate of the Year: Chloë Reners
- Love Brand of the Year: mxDVS
- Outstanding Achievement: Tony Delcampe
- Emerging Talent of the Year: REantwerp
Proficiat aan alle winnaars!











