Alphabet City: vijf letterfanaten werken samen
Alphabet City
Vijf letterfanaten
werken samen
Vijf letterfanaten doken het afgelopen jaar in het Genkse straatbeeld en haar geschiedenis om unieke lettertypes te redden, te reconstrueren en te digitaliseren. Het resultaat daarvan is te zien in de expo Alphabet City in C-mine. Door de krachten te bundelen, ontstond een collectief project waarin typografie en erfgoed samenkomen. “We vonden elkaar in een kruisbestuiving van grafische precisie en scenografisch gevoel, op het snijvlak van design, kunst en architectuur.”
25 november 2025
5 minuten leestijd
Tussen ruimte en letter en tussen vorm en betekenis ontvouwt zich de gedeelde passie van vijf bevlogen letterliefhebbers. Voor dit bijzondere project slaan zij de handen in elkaar en verheffen ze de letter tot eregast, niet slechts als drager van taal, maar als autonoom visueel element. “Sommige ideeën kun je wel alleen bedenken, maar enkel samen creëren. Dit project toont wat mogelijk is wanneer ontwerpers hun krachten bundelen. Wat hen bindt, is een onvoorwaardelijke passie voor typografie in al haar verschijningsvormen. Het vijftal bestaat uit letterontwerper Jo De Baerdemaeker, grafisch ontwerper Geertrui Storms, typografen Sam Van Vaerenberg en Erik Desombere, en scenograaf-grafisch ontwerper Jo Klaps. Met de laatste twee gaan we in gesprek. Ze kennen elkaars werk al veel langer en raakten aan de praat tijdens de uitreiking van de Henry van de Velde Awards, waar ze beiden al werden bekroond. Jo staat bekend om zijn vernieuwende blik op tentoonstellingsontwerp en grafische vormgeving, terwijl Erik, een grafisch ontwerper pur sang, letters ziet als tekens vol karakter, ritme en spanning. Voor hem vertellen letters hun verhaal al in de vorm, nog vóór ze gelezen worden: “Typografie is erfgoed, en de expo Alphabet City in C-mine nodigt uit om terug te blikken op tijden waarin elke letter met zorg werd gevormd, met een vakmanschap dat vandaag vrijwel onbetaalbaar is geworden.”

Alomtegenwoordig
Het idee voor Alphabet City ontkiemde nadat Jo’s project Fontrescue een Henry van de Velde Award ontving. Hiermee redde hij uit het straatbeeld verdwijnende letters door ze te digitaliseren en aan te vullen tot volwaardige alfabetten: “Wat begon als een eerbetoon aan vergankelijk typografisch erfgoed, groeide uit tot een ambitieus project waarin de letter niet alleen wordt bewaard, maar ook gevierd in al haar vormen en betekenissen. Zijn oproep om samen fonts te redden en te reconstrueren werd enthousiast onthaald en zo werd Alphabet City een collectief project waarin een heel alfabet aan lettertypes nieuw leven wordt ingeblazen.” Hoewel letters en typografie overal om ons heen aanwezig zijn, krijgen ze zelden de aandacht die ze verdienen. Erik: “Voor wie ermee werkt, zijn ze van onschatbare waarde; voor wie er geen voeling mee heeft, blijven ze al te vaak onzichtbaar. Toch zijn ze een belangrijk onderdeel van ons visueel en cultureel erfgoed. De diversiteit aan typografie in de openbare ruimte vertelt veel over onze geschiedenis, stijl en tijdgeest. Door deze letters te digitaliseren, geven we ze opnieuw een plaats in het publieke leven. Niet alleen als beeld, maar ook met hun verhaal.”

Fluisterend en schreeuwend
De titel Alphabet City is niet zomaar gekozen, er wordt immers een volledige stad uit karton gebouwd, waarin elke letter van het alfabet een eigen verhaal vertelt. “We ontwierpen 26 unieke lettertypes, gebaseerd op de typografische geschiedenis van Genk, op persoonlijke verhalen en maatschappelijke thema’s. Elke letter staat symbool voor een plek, een herinnering of een vergeten held, zoals een monument voor een postbode die sneuvelde op het einde van de oorlog. Via weetjes, historische context en digitale toepassingen ontdek je hoe letters vroeger met lood gegoten werden en hoe wij ze vandaag herinterpreteren en digitaliseren”, vertelt Jo. Bezoekers stappen letterlijk een stad van letters binnen, die de zintuigen prikkelt. Er wordt groot gemaakt wat voor veel mensen gedoe op de vierkante millimeter is”, duidt Erik. De subtiele details in letters – van de overgang tussen dik en dun tot spatiëringen en witruimtes – lijken misschien onbeduidend, maar wie goed kijkt, weet dat het essentiële voorwaarden zijn voor leesbaarheid. Letters zijn niet enkel betekenisdragers, maar materiële fenomenen die kunnen fluisteren of schreeuwen, afhankelijk van hoe ze vorm krijgen.
Co-creatie
De oproep om samen te werken viel niet in dovemansoren. Ze kenden elkaars werk al via Instagram en na het winnen van zijn Henry van de Velde Award kreeg Jo van zijn vier collega’s een mail met het voorstel om de krachten te bundelen. Uit dat momentum groeide een samenwerking die verdergaat dan louter gedeelde interesse: het vijftal vulde elkaars expertise aan en bouwde samen aan een project dat typografie niet alleen toont, maar beleefbaar maakt. Jo: “Het is geen klassieke co-creatie, maar een proces van ideeënuitwisseling, materiaalonderzoek, scenografie en typografisch ontwerp, waarbij elkaars talenten en kennis benut, verbonden en versterkt worden. We verdeelden de 26 letters, elk koos een aantal tekens uit het straatbeeld om verder te ontwikkelen tot een volledig font.” Ze werkten parallel en aanvullend, met respect voor elkaars invalshoeken, van typografische analyse tot digitale vertaalslag. Jo stond daarnaast, samen met C-mine, in voor de scenografie en de vormgeving van de tentoonstellingscontext, terwijl Erik de app Typo On My Way ontwikkelde, waarmee bezoekers de onderweg verzamelde letters kunnen ontdekken. In een sector waar individuele creativiteit vaak centraal staat, toont hun traject aan dat collectieve samenwerking tussen zelfstandige ontwerpers niet alleen mogelijk is, maar ook heel vruchtbaar kan zijn.

Alledaagse schoonheid
Voor Jo wordt met Alphabet City weerwoord geboden aan de beperkte aandacht voor letterkunst: “Typografie verdient een expo. Er worden wel publicaties en affiches gemaakt, maar een tentoonstelling over letters, typografie of belettering is uitzonderlijk.” Erik Desombere vult aan: “In het verleden kreeg letterontwerp weinig publieke aandacht, zeker in vergelijking met Nederland, waar dergelijke initiatieven wél actief ondersteund werden. Terwijl die erkenning er vandaag wel zou mogen zijn, met iemand als Jo De Baerdemaeker bijvoorbeeld die internationaal hoge ogen gooit.” “Mooi aan dit project is ook dat we de grenzen van ons vak verkennen en elkaar vinden in een kruisbestuiving van grafische precisie en scenografisch gevoel, op het snijvlak van design, kunst en architectuur,” besluit Jo.
Alphabet City loopt van 29 november 2025 tot 15 maart 2026 in de Compressorenhal van C-mine in Genk.










